Het échte Vietnam

Na m’n chill-dagje was het weer tijd voor actie. ’s Ochtends had het hostel elke dag een ‘cave talk’ met uitleg over de geschiedenis van de grotten die in het National Park lagen. Tijdens het praatje een paar Nederlanders ontmoet die net als ik van plan waren scootertjes te huren en de omgeving te verkennen, en toen besloten dat samen te doen. Tijdens de grotpraat kregen we echter te horen dat je best wel wat tijd moest reserveren voor de grotten die we in eerste instantie wilden bezoeken. Toen hebben we het plan maar aangepast, en zijn we op weg gegaan naar de Phong Nha Cave. Op weg daarheen (Nederlands als we zijn) zo veel mogelijk mensen geronseld om mee te gaan naar die grot, want hoe meer zielen hoe meer vreugd (en je betaalde per boot, niet per persoon). Ergens rond dat moment werd ik (om nog onverklaarbare reden) getorpedeerd tot tourguide door de groep. We begonnen met 9 man, en halverwege was ik 5 man kwijtgeraakt, dus ik heb m’n taak feilloos volbracht… Maar goed, eerst stapten we in een bootje en werden we door de Phong Nha cave gevaren. De grot was overal uitgebreid verlicht, en dat leverde een aantal spectaculaire beelden op.

image

D’r scheen nog een tweede grot in de buurt te zijn, aan het eind van een flinke trap/klim omhoog. 2 leden van onze groep hadden die memo echter niet gekregen, dus was het aan de tourguide (me, myself and I) om ze op te vissen en mee naar boven te sleuren. Naar beneden gerend, naar boven gelopen met de laatste 2 leden van de groep achter me aan, en toen de rest van de klim richting de grot afgemaakt. Boven aangekomen zwommen we allemaal in ons eigen zweet, en waren we allemaal doodop, maar d’r was nog een hele ronde te lopen in de grot. Gelukkig was het daarbinnen lekker koel, dus daar wandelen was niet al te verschrikkelijk.

Toen maar weer terug naar ons bootje gegaan, waarmee we weer op het vaste land afgezet werden. Het was ondertussen lunchtijd, dus we zijn bij “the best BBQ pork in the world (probably)” gaan eten, en daar konden ze maar zo eens gelijk in hebben. Heerlijk geluncht, en toen weer terug naar het hostel gegaan. Daar het zwembad in gedoken om eventjes af te koelen na de ellendige klim, en toen heerlijk in een hangmat gaan liggen, boekje lezen. Die avond nieuwe gezellige mensen ontmoet in het hostel. Een daarvan was een afgestudeerd “Materials Engineer”, en daarmee eindelijk weer eens een hele avond kunnen praten over programmeren, computers en andere dingen waar de gemiddelde niet-techneut van moet huilen. Heerlijk. Toen het hostel sloot ben ik maar naar bed gegaan, want de volgende morgen zou ik met de Nederlanders (Iris en Lilian) van die dag en de Materials Engineer (Dot, een Amerikaanse) naar de Dark Cave en de Paradise Cave op een scootertje.

Ontbijtje d’r in. Scootertje huren en gaaaaaan met die banaan. 2 scootertjes, 4 mensen, oneindig veel lol. Eerste stop: Dark Cave. Duur grapje wel, maar wel ontzettend tof! Eerst zoefde je met de ‘langste zipline van Vietnam’ van een torentje naar bijna de ingang van de grot, toen een boom in klimmen en van daar het water in springen, en toen wachten… Wij waren met 3, en ze wilden groepjes van minstens 10 hebben. Uiteindelijk hebben we in het water gelegen tot we een ons wogen, eruit zagen als oude verschrompelde mensjes, en op het randje van onderkoeld waren, maar toen mochten we toch eindelijk door (de groep was uiteindelijk zo’n 25 man groot, dus ja, we hebben daar echt veel te lang in het koude water gelegen. Wat vervelend voor ons, maar ja, je hebt het niet voor het kiezen). Toen met hoofdlampje op achter de gids aan de grot in, stukje lopen, en toen kwamen we uit bij het modderbad. Heel apart. Het was vrij ondiep, en als je ging liggen dan bleef je heel vreemd drijven. Als in, de modder ‘duwde’ je omhoog ofzo. Ik vermoed dat zwemmen in de dode/rode zee vergelijkbaar voelt. Heerlijk in het modderbad gekliederd, en alles en iedereen kwam er donkerbruin vandaan (m’n zwembroek is nu bruin met blauw, in plaats van wit met blauw), en toen weer op de weg terug. Een zipline werkt helaas maar 1 kant op, dus daarmee konden we niet terug, maar gelukkig waren er kajaks en konden we onszelf naar het startpunt roeien. Bij het startpunt waren nog een aantal dingen te doen, waaronder een zipline die je tot ongeveer halverwege de rivier bracht, waarna je los moest laten en in het water moest springen, dus die ook maar even meegepakt.
Tijdens de tocht door de grot een paar mensen uit ‘ons’ hostel leren kennen die ook naar de Paradise Cave wilden op hun scootertjes, dus uiteindelijk met een hele groep die kant op gegaan. Hier scootertjes rijden is echt fantastisch mooi! Overal geweldige uitzichten, sprookjesachtige bergen en acceptabele wegen (laten we eerlijk zijn, het is niet altijd even veel soep). Toen we bij de paradijselijke grot waren beland hebben we daar een uitgebreid rondje gelopen. Wat was dat ding bizar groot! Hoewel ik het niet de meest indrukwekkende grot vond was het tof om te zien en om ongeveer 1km ver in rond te lopen.

Redelijk uitgeput na een best wel lange dag allemaal weer teruggekomen in het hostel, eventjes verfrist in het zwembad, en toen met z’n allen afsluitend wat gegeten. Omnomnom! Zelfmaak-verse-loempia’s! Alle verschillende ingrediënten op een bordje, paar rijstpapiertjes ernaast, en succes.
M’n oorspronkelijke plan van een paar dagen eerder was om die avond vanuit Phong Nha met de nachtbus naar Hanoi te gaan, maar Iris had me overtuigd een paar dagen met haar en Lilian op te trekken, en daarna samen met haar en een andere Nederlander helemaal in het zuidelijkste puntje van Vietnam een ’trekking’ (wandeltocht) te doen. Dus in plaats van naar Hanoi nam ik met hen de nachtbus naar Tam Coc, een klein plaatsje zo’n 2 uur onder Hanoi. Toen we om een uur of 3 of 4 in Tam Coc waren hadden we al een hostel geboekt, maar daar moesten we nog wel even komen… Gelukkig wist Google Maps de weg, dus midden in de nacht door rijstvelden gebanjerd (met 2 verdwaalde mede-backpackers die we in de bus hadden ontmoet) en wonder boven wonder aangekomen in het hostel (dat overigens middenin een rijstveld lag). Ingecheckt, ogen dicht en slapen.

De volgende ochtend scootertjes gehuurd en de omgeving verkend. Wederom prachtige vergezichten overal. Vietnam is wat mij betreft verreweg het fotogeniekste land waar ik tot nu toe geweest ben op deze reis. Overal zie je de lokale bevolking heerlijk bezig met zijn eigen ding, en als je naar de minder toeristische plekken gaat (zoals Tam Coc) dan zie je gewoon het échte Vietnam. Natuurlijk wil ik de toeristische dingen ook zien, maar dit is veel toffer. Zien hoe de échte Vietnamezen leven. Dat is een ervaring die de gemiddelde backpacker niet meekrijgt, maar die juist heel erg de moeite waard is.
Die dag met 3 andere Nederlanders en een Duitser de omgeving verkend, in een bootje door een aantal verschillende grotten (bij de helft moest ik mezelf dubbelvouwen, anders paste het niet), een pagode gezien, en ’s avonds een berg op geklommen en van het uitzicht genoten (en een beetje van de zonsondergang, maar de zon verstopte zich net aan de verkeerde kant van de berg). Terug bij het hostel de rest van de avond kaartspelletjes gedaan.

image

image

image

image

De volgende ochtend uitgecheckt, en met de taxi naar het dichtstbijzijnde grotere stadje, om vanaf daar met de bus naar Hanoi te gaan. In Hanoi aangekomen meteen tickets geboekt voor een nachtbus naar Ha Giang voor diezelfde avond, dus we hadden maar een half dagje om Hanoi te verkennen. In Hanoi is Bas bij ons aangesloten (de Nederlander die de trekking mee ging lopen), en hebben we Lilian achtergelaten, die ging een andere trekking doen. Toen met Bas en Iris wat door Hanoi gewandeld, en een bezoekje gebracht aan het ‘Vietnamese women’s museum’. Interessant wel. Veel geleerd over hoe een vrouw in het gezin staat, en dat gemiddeld gezien de vrouwen hier minstens zo hard, of vaak harder werken dan de mannen. En geleerd hoe bizar weinig de straatverkopers verdienen (iemand verdiende $20 per 2 weken). Na het museum weer teruggelopen richting het reisbureau waar we de nachtbus geboekt hadden, en op de route een aantal traditionele Hanoise gerechten geprobeerd. Van ‘pillowcake’ tot ‘egg coffee’, en nog meer. Ellendig lekker allemaal, dus we hebben onszelf helemaal vol gegeten.

image

Vervolgens naar het reisbureautje teruggegaan om de tickets op te halen, en van daaruit naar het busstation gegaan met de taxi. Het reisbureau had ons gezegd dat de bus om 8 uur zou vertrekken, en dat we voor goeie plekken een uur eerder daar moesten zijn, dus wij waren braaf om 7 uur in de bus. We zijn zo’n beetje een uur lang de enige in de bus geweest, en achteraf bleek dat de bus pas om 9 uur vertrok, dus we waren extreem ruim op tijd. Normaal gesproken pas ik al niet in nachtbussen, maar deze was verschrikkelijk. Ik heb nog nooit zo verkrampt in een bus hoeven liggen, en daardoor nauwelijks kunnen slapen. Gelukkig was de rit niet al te lang, en kwamen we voor 03:00 ’s nachts al aan in Ha Giang. Daar was een hosteltje dat de mogelijkheid bood om voor een halve nacht te betalen als je met de nachtbus aangekomen was, dus dat maar gedaan en toen toch nog een redelijke nacht gemaakt.

De volgende dag meteen scootertjes gehuurd met Iris en Bas, en het begin van 3 dagen scooteren ingeluid. Eerste stop: Dong Van (vanuit Dong Van zouden we de twee dagen daarna de trekking doen). Wederom geweldige uitzichten, dus om ze zoveel tijd stoppen en uitgebreid foto’s maken van het landschap. Na een flinke dag op onze overigens gloednieuwe scootertjes (die van mij had 2km op de teller toen ik hem wegreed van het hostel) kwamen we aan in Dong Van. Bijna geen toeristen, zowat tegen de Chinese grens aan, en allemaal aardige mensen. De reden dat we hier naar toe gingen was omdat een Nederlandse jongen hier vrijwilligerswerk aan het doen is, en hij had op Facebook een bericht geplaatst over hoe gaaf de omgeving en de trekking hier wel niet zijn. Die avond lekker rustig aan gedaan, wat met de vrijwilligerswerker gepraat, en als voorbereiding voor de 2-daagse trekking op tijd in bed gedoken.

image

image

(Sorry, foto’s willen nog steeds niet draaien)

image

Vroeg op, want trekking! De eerste dag een flink eind gelopen, langs allerlei lokale nederzettinkjes en de échte lokale bevolking, die nog (bijna?) nooit toeristen hadden gezien. Alle kleine kindjes vonden het helemaal geweldig en bleven maar ‘Hello!’ schreeuwen en zwaaien naar ons. De gids had zakjes snoepjes mee, die we mochten uitdelen aan de kinderen, en dat vonden die kinderen natuurlijk geweldig. (Dit is overigens de eerste plek waar ik ooit ben geweest waar het oké is om als volwassen man snoep uit te delen aan willekeurige kinderen). We zijn de eerste dag 1x gestopt om op bezoek te gaan bij een local, en daar werden we getrakteerd op ‘corn wine.’ Verschrikkelijk sterk alcoholisch drankje wat je geen wijn meer kan noemen (maar wat ze toch wijn noemen), maar als het je aangeboden wordt kan je natuurlijk geen nee zeggen.

image

image

Die avond kwamen we uit bij de oom van onze gids, en sliepen we als tweede groep OOIT in zijn homestay (een plek waar je bij een lokale familie in huis slaapt). Verschrikkelijk slecht geslapen door de dieren die maar herrie bleven maken (ondanks m’n oordopjes) en de keiharde bedden. En het gezin dat in dat huis woonde hield nou niet echt rekening met de gasten, dus vanaf een uur of 6 ging de TV aan, geluid overdreven hard, en was iedereen uitgebreid met elkaar aan het praten. Je moet wat overhebben voor de authentieke ervaring. Omdat we onze gids er de dag ervoor van hadden overtuigd dat 1.5 liter water voor een hele dag zweten en lopen bij lange na niet genoeg was kregen we de volgende ochtend gelukkig 2.5 of 3 liter p.p. Vervolgens na het ontbijt weer een heel eind gelopen. Om half 10 kregen we ons eerste glas maiswijn al aangeboden bij een vriend van de vader van de gids, dus het beloofde een gezellige dag te worden… Op een bepaald punt verderop tijdens het wandelen zei de gids voor de grap dat we ergens naar boven een steile helling op moesten klimmen, en dat aan het eind van de klim een gaaf uitzicht was (wat niet gelogen was), en toen hebben we besloten met de hele groep te gaan muiten. Gids kreunend en steunend naar boven, achter ons aan, want wij hadden onze zinnen op het uitzicht gezet. En hoewel het een helse klim was, het was het meer dan waard! Bovenop even bijgekomen, wat geluncht, en toen weer door. Deze keer ging onze gids wel voor, want hij wist wel een pad naar de Chinese grens. Het pad werd steeds kleiner, en kleiner, totdat onze gids met een stok en het broodmes constant het pad vrij moest maken van het struikgewas. Ik durf te zeggen dat wij de eerste toeristen ooit waren die daar doorheen liepen. Na een flinke wandeling aangekomen bij de Vietnamese/Chinese grens, dus eventjes in China geweest, doorgelopen naar een grensovergang, weer eventjes in China geweest, en toen uiteindelijk bij een vriend van onze gids uitgekomen die ons wederom volstopte met maiswijn, en die heerlijk eten voor ons kookte terwijl wij kaartspelletjes aan het spelen waren. Na het heerlijke eten naar binnen gewerkt te hebben was het alweer tijd om terug te gaan. Een stukje gelopen, en toen werden we al vrij snel opgepikt door een auto, die ons het laatste stuk terugbracht naar het hostel. Bij het hostel een aantal tips doorgespeeld over de trekking. Omdat wij de tweede groep ooit waren zaten er hier en daar nog wat kinderziektes in, en hopelijk kunnen ze met ons commentaar een paar aanpassingen doen, zodat het nóg gaver wordt. De avond weer afgesloten met kaartspelletjes en een potje pool.

image

image

image

De volgende dag was het tijd voor scooterrijden deel 2. We stopten eerst bij het oude paleis van de koning van de ‘Hmong People’ (de plaatselijke etnische groep), daar wat rondgekeken, en vervolgens naar een stadje tegen de Chinese grens aan, waar ze een grote ‘pilaar’ op een berg hadden neergezet. Van daar genoten van het uitzicht, later nog even een kort uitstapje gemaakt naar de Chinese grens, en toen weer terug naar Dong Van, waar we vannacht onze laatste nacht hebben, om morgen weer terug te scooteren naar Ha Giang, via schijnbaar een van de mooiste bergpassen van Vietnam. Ik heb d’r zin in!

Posted from .

Eén antwoord op “Het échte Vietnam”

  1. Hoi Job. Wat weer een mooie aflevering en beschrijf je jouw belevenissen zo beeldend dat ik me, zonder veel fantasie, helemaal in Vietnam waan. De foto’s mogen er ook zijn. Prachtig! Bijzonder dat je ook een kijkje kunt nemen in het ‘achterland’. Ik vraag me wel af waar je alle energie vandaan haalt om elke dag maar weer onbekend terrein te gaan verkennen. En met name de afstanden die daarvoor afgelegd moeten worden. Daarvoor moet je jong en nieuwsgierig zijn! En dat ben je! Job, blijf genieten en zorg goed voor je zelf.

Geef een reactie