Ik hou van de mensen hier!

En toen was ik alweer zo’n beetje halverwege Vietnam! Wat gaat de tijd toch weer ellendig snel… Het voelt alsof ik hier alweer een maand aan het rondtrekken ben qua ervaringen en belevenissen, maar stiekem ben ik hier nog maar 2 weken. Achja, ik vermaak me wel.

 

Zoals ik in de vorige update al zei heb ik meteen toen ik in Hoi An aankwam een pak aan laten meten, en vraag me niet hoe ze het doen, maar toen ik zo’n 8 uur na het aanmeten terugkwam bij de kleermaker was alles al klaar. Bizar om in de spiegel te kijken na ruim 1.5 maand korte broeken en t-shirts/hemdjes, en ineens een ‘volwassen’ kerel te zien staan in z’n maatpak. Maar stiekem zag het er best wel goed uit (al zeg ik het zelf).

image

(sorry dat je je hoofd/laptop/computerscherm/iPad/iPhone/tablet/smartphone/smartwatch/televisie/ander soort scherm moet draaien, maar de afbeelding wil niet gedraaid worden, hoe lief ik het ook vraag)

D’r waren nog een paar dingen die aangepast moesten worden, dus de oude Vietnamese eigenaresse van de winkel dartelde weer vrolijk om me heen om kruisjes te zetten overal waar aanpassingen gedaan moesten worden, en binnen 15 minuten stond m’n pak vol kruisjes en  was ik weer klaar om weg te gaan. Afgesproken dat we de volgende dag om 7 uur ’s avonds weer terug zouden komen voor de volgende meetronde, en toen maar een eettentje gezocht, want iedereen had honger. Het was hoog tijd voor een cheat-meal. Oftwel; geen rijst, geen noedels, geen mie, maar (in dit geval) fish ’n chips! Omnomnom. Dat ging er best wel heel goed in! ’s Avonds nog wat door het oude deel van het stadje gelopen, en redelijk op tijd naar bed gevlogen, aangezien we de volgende dag mee zouden doen aan een kook-cursus. Toen we weer terug in het hostel waren, en ik probeerde m’n ene nacht te verlengen naar 2 nachten liep ik echter tegen een klein probleempje aan: ze zaten vol. Oeps. Dus ik moest een nieuw hostel zoeken… Maar goed, eerst slapen.

Volgende ochtend veel te vroeg (wat mij betreft) opstaan, ontbijtje naar binnen werken, uitchecken uit het hostel, en opgepikt worden om naar de kook-cursus te gaan. Het feestje begon met een rondje lopen over een klein marktje met groente, fruit en zowel levend als dood vlees. Onderweg hebben we alle onderdelen van een varken zien liggen, en we zagen hoe 2 levende kippen aan elkaar gebonden, in een plastic tasje gemikt, en verkocht werden aan iemand op een scootertje. Vers vlees is altijd beter. Na het marktje werden we in een rond (vraag me niet waarom rond, ja, da’s ontzettend onhandig, nee, d’r is vast niet over na gedacht) bamboe-bootje gezet, en gingen we vissen.

image

Althans, zo leek het. We kregen een stukje hout met een visdraadje, en aan het eind van het visdraadje zat een haakje met een stukje vis (althans, het leek op vis) eraan. Toen het oude vrouwtje dat ons bootje bestuurde, die overigens precies geen Engels sprak, haar hengel uitgooide tussen de planten had ze binnen een halve minuut beet. Maar de prooi was nou niet echt een vis. Ze had een krab gevangen. Episch. Dat moest ik ook doen. Maar laten we eerst bepalen hoe je dit nou noemt. Vissen proberen te vangen met een hengel heet ‘vissen’, dus krabben proberen te vangen met een hengel heet ‘krabben’?

image

image

Ik bel de Van Dale wel even als ik weer terug in NL ben. Een boel gepruts en een aantal keer bijna-raak later had ik eindelijk een eigen krabje gevangen. 4 krabbetjes verder gingen we door naar de hoofd-act van de dag: het koken. Wat een gedoe zeg. Ik ben helemaal niet gewend dat er zoveel ingredienten in een gerecht gaan. En ook niet dat koken langer dan 20 minuten duurt. Maar hoe nonchalant ik er ook over kan doen, het was het aan alle kanten meer dan waard! VERRUKKULUK! Het grootste probleem was dat je 2 uur aan het koken was (allerlei verschillende gerechtjes, het is niet zo dat 1 gerechtje 2 uur in beslag zou nemen), maar al die tijd bijna niets kon eten. Maar gelukkig, na 2 uur ploeteren, kwam daar de verlossing. ETEN!

image

image

(ik had de zelfgemaakte Vietnamese verse loempiaatjes al op, maar die zagen er minstens zo goed uit)

De helft van de mensen kon lang niet alles op, maar ik heb in no-time alles naar binnen geschranst, want het was allemaal veel te lekker.

Na het koken en het eten werden we weer bij het hostel gedropt. Iedereen ging een beetje zijn eigen weg, en ik ging maar eens m’n nieuwe hostel opzoeken. Met backpack op de rug, in 40+ graden Celcius, van de ene kant van Hoi An naar de andere kant lopen is niet per se aan te raden, maar bij gebrek aan beter (en in het kader van een zuinige Nederlander zijn) toch maar gedaan. Half verdronken in m’n eigen zweet kwam ik bij m’n nieuwe hosteltje aan, en ik moet zeggen dat ik het geen vervelende verandering vond. Het lag wat meer buiten het backpackers gebied, maar juist dichterbij het mooie oude deel van Hoi An, en ze hadden hangmatten, da’s altijd iets waarmee je mij over de streep kan halen. Daar eerst een poosje A Song of Ice and Fire (Game of Thrones, je weet wel) gelezen in een hangmat, en toen toch maar een scootertje gehuurd (want na het ronddolen met m’n backpack op m’n rug was ik lopen wel weer zat voor die dag) en naar het strandje geraced. Daar m’n maatjes weer ontmoet, en even lekker aan het strand gelegen.

image

(vraag me niet waarom de foto ondersteboven is. Ik heb geen idee, en nee, ik zie geen mogelijkheid om het te veranderen, dus leer ermee leven ofzo)

Net op tijd voor de tweede pasronde weer teruggeraced naar m’n hosteltje, even snel het zand afgespoeld, en toen door naar de kleermakert. Gepast, en hoe erg ik het ook probeerde, d’r was weinig tot niets meer aan te merken. Alles zat best wel perfect, dus ik heb nu een pak. Aangezien het gemiddelde pak niet echt extreem fan is van opgepropt in een backpack zitten heb ik het maar naar Nederland laten sturen. Zou zonde zijn als ik m’n pak meteen al zou slopen in m’n backpack. Na het kleermakeren hebben we een Family Dinner gehad (met allemaal mensen die ik ooit had ontmoet bij het Dalat Family Hostel), en daarmee nog een keertje uitgebreid door het oude centrum gewandeld, want dat is toch verreweg het mooiste deel van het stadje, zeker ’s nachts.

image

Toen ik weer terug was in m’n mooie hosteltje, en nog 1 nacht extra wou boeken was de receptie helaas alweer gesloten, dus heb het verlengen maar bewaard voor de volgende ochtend.

En ja hoor, je raadt het al. Toen ik ’s ochtends vroeg door m’n wekkertje wakker gemaakt werd, naar beneden vloog en 1 nacht verlenging wou aanvragen zat het hostel vol… Joepie! 3 hostels in 3 nachten in 1 stad. Wat een feest. Weer een nieuw hosteltje gezocht, met m’n scootertje van de vorige dag m’n backpack naar weer het volgende hostel gebracht, terug geracet, scootertje ingeleverd, en toen maar weer het hele eind naar m’n nieuwe hostel (wederom volledig de andere kant van de stad, ja, dat had ik inderdaad beter kunnen plannen, nee, dat heb ik inderdaad niet gedaan) gelopen. Op de weg daarheen gestopt om een nieuw dagrugzakje te kopen (een hele mooie namaak ’the North Face’), aangezien het vod dat ik bij de Xenos had gekocht een beetje uit elkaar begon te vallen, en geinformeerd naar de mogelijkheden om een scootertje te huren in Hoi An, en terug te brengen in Hue, voor de volgende dag. Vlak voor de scooterverhuurplek had ik ineens honger, dus ergens een restaurantje in gedoken, en ja hoor, 10 minuten later schuiven er 2 mensen die ik in het Dalat Family Hostel heb ontmoet aan, volledig willekeurig. Maar wel gezellig. Toen maar weer teruggegaan naar m’n hosteltje om een van de gratis fietsen mee te nemen naar een mooi eilandje (althans, dat beweerde een basisschoolvriend). En hij had best wel gelijk! Net buiten het stadje, op zo’n 15 minuten fietsen van m’n hostel, kwam je ineens in het platteland terecht. Geen touristen, alleen maar locals, en prachtige uitgestrekte groende rijstvelden met hier en daar Vietnameesjes die middenin een rijstveld aan het werk waren. Heerlijk! Na daar een halve dag rondgefietst te hebben (zo’n beetje elk hostel in Hoi An geeft gratis fietsen aan een ieder die daar interesse in heeft) weer eventjes kort naar het hostel terug gegaan. Daar een Nederlandse meid ontmoet, en die meegenomen naar Family Dinner Number 2, avondeten met de jongens die ik ook tijdens mijn lunch tegengekomen was. Daarna met de jongens mee naar hun hostel, en daar de rest van de nacht gezellig gedaan (en natuurlijk kwam ik weer een paar mensen tegen die ik ergens ooit (in dit geval Kampot, Cambodja) ontmoet had, dus daar ook weer eventjes mee gepraat). Toen ik weer terugkwam in m’n hostel was er echter een klein probleempje. De 24-uurs receptie was gesloten, en er zat een groot slot op het hek. Achteraf bleek er een deurbel te zijn die ik had kunnen gebruiken, maar op het moment zelf zag ik geen ander moment dan over het hek klimmen, dus dat heb ik maar gedaan. Gelukkig was het hek niet zo hoog en was er een op- en afstapje (of iets wat ik als op- en afstapje kon gebruiken) dus het klimmen zelf viel wel mee, maar het was niet optimaal…

De volgende ochtend heerlijk ontbijt gehad, het eerste echte ontbijt-buffet hier in Vietnam, en na het ontbijt (of eigenlijk tijdens) werd m’n half-automatische scootertje geleverd, waarmee ik die dag de Hai Van Pass (en verder) zou trotseren. De eerste keer een half-automatisch scootertje onder m’n kont, dus dat was zeker de eerste minuut even wennen, maar daarna ging het eigenlijk allemaal automatisch (ha-ha). En wat was de rit heerlijk! Veel te heet, maar door de snelheid en de wind koelde ik redelijk af, en ontzettend mooie uitzichten op verschillende stadjes en verschillende gebieden de hele reis lang. Ik heb overal de touristische route genomen in plaats van de snelle route, want ik had het veel te veel naar mijn zin. Daardoor in kleine dorpjes geweest waar ze nauwelijks van het begrip ’toerist’ hadden gehoord, en dat zijn de dingen waar ik altijd ontzettend naar uit kijk. Even niet naar de toeristische trekpleisters, maar naar het echte Vietnam kijken.

Aan het eind van de rit deed alles pijn, had ik knallende koppijn en was ik doodmoe, maar het was het allemaal meer dan waard. Ik zou het zo de volgende dag weer gedaan hebben als dat handig was qua planning. Maar dat was het niet echt, dus ik heb het maar niet gedaan. In Hue aangekomen heb ik m’n backpack opgehaald, en werd ik naar m’n hostel gebracht. Daar aangekomen werd ik begroet door een Vietnamese moeder en haar kindje. Na het inchecken ging de moeder voorop, en pakte het kindje (ik gok ongeveer 3 of 4 jaar oud) mijn hand (of meer een vinger, mijn hand was veel te groot) en samen brachten ze me naar m’n kamer. Toen ik daar m’n tas neergezet had, en ik met hen weer naar beneden liep was het jongentje aan het donderjagen, en toen heb ik ‘m naar beneden de trap af ‘gevlogen’ (ik hem optillen en als een soort van superman naar beneden laten vliegen) en dat vond ‘ie natuurlijk helemaal geweldig. Toen we uit-gedonderjaagd waren ben ik weer even naar boven gelopen, en ben ik snel even onder de douche door gelopen (want 7.5 uur op een scootertje zitten maakt je nogal vies) en toen ik op het punt stond om eten te gaan halen kwam m’n kamergenootje net binnen. 2 uur later waren we nog niet uitgepraat, maar toen was het toch echt tijd om eten te gaan halen, dus ik ben maar naar buiten gevlucht. Daar het eerste beste restaurantje binnengegaan, en iets te eten gehaald. Halverwege m’n eten komt ineens de vrouw die me de hele dag bediend had naast me staan, en ze vroeg of ik het oke vond om eventjes wat Engels met haar te praten. Ze legde me uit dat ze buitenlandse talen studeerde aan de plaatselijke universiteit, en dat ze haar serveerster-baantje was begonnen om haar Engels te oefenen. Dus met haar een hele poos gepraat totdat m’n eten zo’n beetje koud was, maar ja, je moet er wat voor over hebben om de lokale bevolking te helpen. Na het eten weer naar m’n hosteltje gegaan, en wat gelezen en wat geslapen.

De volgende dag had ik het geniale idee om een fiets te huren. Ik was wel weer lui genoeg geweest de afgelopen dagen, dus in plaats van een scootertje leek een fiets me wel een goed idee. Tsja. Achteraf ben ik het niet helemaal met mezelf eens geweest, maar daar kom ik later nog wel op terug. Het eerste stuk van de dag ging namelijk best goed. Hoewel de gevoelstemperatuur tussen de 50 en 52 graden lag heb ik het hele stuk naar een tombe van een oud-keizer (?) gefietst, wat een flink eind buiten de stad was. Toen ik daar aankwam heb ik een beetje rondgelopen, maar het was niet extreem indrukwekkend als ik eerlijk mag zijn (vergeleken met alle andere mooie dingen die ik hier in m’n bijna-2-maanden heb gezien).

image

Na die tombe doorgefietst naar een andere tombe, die wat mij betreft een stuk indrukwekkender was. Op de weg daarheen kwam een Vietnamees vrouwtje naast me scooteren, terwijl ze me zag ploeteren om een heuvel op te komen, en in half-gebroken Engels legde ze me uit dat ik haar schouder wel vast kon houden, en dat ze me wel naar boven zou rijden. Heerlijk hoe gastvrij en hoe makkelijk de mensen hier zijn! Waar de eerste tombe alleen een tombe was, was bij m’n tweede stop een heel gebied eromheen, met ‘grachtjes’, verschillende gebouwen en natuurlijk de daadwerkelijke tombe. Daar een poosje rondgelopen, en uitgebreid genoten van de omgeving.

image

Toen was het tijd voor m’n volgende stop, een pagode. Maarrrrrr. De nog-niet-eens-stadsfiets-kwaliteit-fiets die ik meegekregen had was al niet zo’n fan van de bergetappe die ik aan het rijden was, en een paar honderd meter van de tweede tombe gaf m’n fiets de geest. Oftewel, ik moest 7km met m’n fiets aan de hand teruglopen naar m’n hostel. De pagode heb ik niet meer gehaald, want de fiets wou niet meer reageren op wat m’n trappers te zeggen hadden. Ruim een uur lang helemaal doodgegaan door het wandelen in de brandende zon met een fiets aan m’n hand, maar gelukkig heb ik het uiteindelijk toch gered om terug naar het hostel te komen. Toen ik daar was had ik helaas nog maar weinig tijd over, en ik wou nog wel een ding zien, dus dat maar met de benenwagen gedaan. Het Imperial Center van Hue, de vroegere hoofdstad van Vietnam, was een opeenstapeling van vooral ruines (of eigenlijk niet eens dat, stukken grasland waar ooit een gebouw had gestaan) en een paar ofwel gerestaureerde, ofwel bewaarde gebouwen. Daar een poosje rondgelopen, en toen was het weer tijd om naar het hostel te gaan, anders zou ik m’n bus naar Phong Nha missen. Onderweg werd ik nog even staande gehouden door een Vietnamees die graag zijn Engels wou oefenen, omdat hij naar Australie wou om geld te verdienen voor zijn familie. Daar nog iets te lang mee gepraat, waardoor ik iets sneller naar het hostel moest lopen, maar het was een leuk gesprek, dus het was het waard. Toen ik flink uitgeput bij het hostel aankwam realiseerde ik me weer dat ik in Vietnam was. De bus zou om 17:00 vertrekken, en ik zou om 16:30 opgepikt worden om naar de bus gebracht te worden. Uiteindelijk ben ik om 17:30 opgepikt, en vertrok de bus rond 18:00.. Zoals ik volgens mij ooit al eerder getypt heb: niets werkt, maar uiteindelijk komt alles goed. Enfin, doorspoelen naar het eind van de busreis, en toen was ik ineens in Phong Nha. Een stadje dat nauwelijks ontdekt is door toeristen, ongeveer 1 straat groot, en middenin een National Park. Genieten. D’r is hier 1 hostel waar iedereen is, en een paar hostels waar niemand is, maar helaas was dat ene hostel vol voor die nacht, dus moest ik een nachtje ergens anders slapen. Gelukkig was er aan de overkant van de straat plek voor goedkoop, dus daar een nachtje doorgebracht, en afgesproken dat ik de dag erna naar het hostel van Phong Nha zou komen.

Die ochtend heerlijk rustig gedaan. Misbruik gemaakt van het gratis ontbijtje, een aflevering van Daredevil gekeken, en toen maar uitgecheckt en naar de overkant gewandeld. Meteen toen ik binnenkwam merkte ik een volledig andere sfeer. Of eigenlijk, een sfeer. M’n hosteltje van de afgelopen nacht was nogal dood, en hier was ineens leven. Overal backpackers, vriendelijke staff, en gezellige achtergrondmuziek. Blij dat ik de overstap gemaakt heb! Toen ik ingecheckt was heb ik m’n rustige ochtendje omgezet in een rustig dagje. A Song of Ice and Fire deel 1 uitgelezen, terwijl ik in een hangmat lag, met uitzicht op het zwembad, en ’s avonds met zo’n beetje het halve hostel bij de ‘Farmstay’ een mooie zonsondergang gezien, en daar met willekeurige mensen die ik net ontmoet had een gezellige avond gehad. Nu net weer terug in het hostel, en ik ga zo maar weer eens de gezelligheid in duiken. Morgen scootertje huren en mezelf naar ’the Phong Nha Cave’ transporteren, should be good!

Posted from Kuala Lumpur, Federal Territory of Kuala Lumpur, Malaysia.

Eén antwoord op “Ik hou van de mensen hier!”

  1. Da’s een lange aflevering. Begrijp dat je je niet verveeld. Goed dat je af en toe ook eens een hangmatje ‘pikt’, want je sjouwt er wat af. Verheug me er al op straks jouw Vietnamese loempiatjes te eten!! Zie er nu al naar uit. Jammer dat ik de leeftijd te boven anders ging ik vast eens naar Vietnam, je hebt me heel nieuwsgierig gemaakt. Het lijkt me zo’n vriendelijk land. Merk je nog iets van die vreselijke oorlog? Praten de bewoners er nog over? Of zit het binnenin de mensen? Dat hoor ik wel als je weer thuis bent. Lieve Job, bedankt voor je verslag (m’n zondag is weer helemaal goed) en pas goed op jezelf.

Geef een reactie